’d Ambachts Heerlijckheyt van den Nisse
Uit archeologisch onderzoek bij de verbouwing van het dorpshuis en herinrichting van het terrein voor het dorpshuis in 1989 is gebleken dat de eerste bewoning dateert uit begin van de 12-de eeuw.
In de middeleeuwen waren gebieden verdeeld in ambachtsheerlijkheden. Wie een ambachtsheerlijkheid bezat had veel macht en veel te vertellen. Het ambacht was het rechtsgebied van de ambachtsheer.
Nadat de plaatselijke adelijke boerenfamilie in de mannelijke lijn was uitgestorven, werden de leden van het geslacht Van Borselen met de Heerlijkheid Nisse beleend.
Tot eind 15de eeuw werd het kasteel in Nisse door de Van Borselens als zomerresidentie gebruikt. Later heeft een geslacht uit Goes de ambachtsheerlijke rechten gekocht en gingen zich Van der Nisse noemen.
Er is veel over de ambachtslieden en bewoners geschreven (oa in de boeken van J. de Ruiter en in de Kroniek van Zeeland), wat te uitgebreid is om hier te benoemen.
Einde van ’d ambachtsheerlijke rechten
Tot 1795 heeft Nisse ambachtsheerlijke rechten. Gedachtig aan de franse leuze ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ en de afkeer van de macht van de adel, trachtten de nieuwe machtshebbers in 1795 het bestuur te hervormen. De ambachtsheerlijke rechten werden afgeschaft.